Route Editor
Als u met de Route Geometry Extractor net een route heeft aangemaakt dan wilt
u hier natuurlijk rails in aanbrengen en gebouwen en vegetatie plaatsen. Of u
wilt een bestaande route bewerken. Om dit te realiseren gebruikt u de Route
Editor die we hieronder eerst stapsgewijs en vervolgens per onderdeel zullen
bespreken.
1) |
|
Start "Train Simulator Editors & Tools" via het start menu
van Windows en kies vervolgens de "Route Editor". Selecteer de
te bewerken of net aangemaakte route en klik op "Ok". U zal
ongeveer het venster van figuur 1 te zien krijgen. |
2) |
|
Kies de optie 'Properties" uit het menu "File" als u de
algemene gegevens van de route, zoals beschrijving, elektrificatie en
maximale snelheid, wilt veranderen. Maar deze gegevens heeft u
waarschijnlijk al bij de Route Geometry Extractor ingevoerd. (fig. 2)
|
|
|

fig. 1 |
fig.
2 |
|
3) |
|
Nu kunt u de route gaan inrichten met rails, gebouwen, vegetatie etc. Hoe
u dit precies moet doen kunt u verderop op deze pagina lezen.
|
Zoals u ziet begint u met een kale platte gras kaart waar nog niets op te
zien is. Maar dat zal straks veranderen, want eerst is het het verstandigst om
alle rails en stations aan te leggen. Vervolgens de heuvels en bergen en
tenslotte pas de gebouwen en overige vegetatie. Maar voor dat we verder gaan
eerst wat over de menu's van de Route Editor.
Toets(en) |
Actie |
Pijl omboog |
naar voren |
Pijl omlaag |
naar achter |
Pijl links |
naar links |
Pijl rechts |
naar rechts |
Crtl + pijl omhoog |
omhoog |
Crtl + pijl omlaag |
omlaag |
END + richting |
trager |
Shift + richting |
sneller |
Rechter muisknop draaien
/ botsing aan/uit zorgt ervoor dat je door de grond en
bergen heen kan.
Home via coördinaten verplaatsen
Page Up gezichtsveld
vergroten,
Page Down gezichtsveld verkleinen.
|
|
|
|
De menu's van de
Route Editor
Als u de Route Editor start zul u zien dat er naast het hoofdvenster
verschillende menuvensters verschijnen. Dit kunnen de volgende
menu's zijn: Terrain, Object, Mode, Placement, Camera, Dynamic
Track, Texture Selector en Texture Select. Als deze vensters er niet
staan kunt u deze via het menu "Window" oproepen. De
menu's "Terrain" en "Object" geven niet echt
belangrijke informatie. Het menu "Camera" geeft de exacte
locatie waar van waar u zich nu bevind. Aan gezien deze menu's niet
echt belangrijk zijn laten we ze hier buitenbeschouwing. De vensters
"Texture Selector" en "Texture Select" worden
verder op behandelt. Hier blijven er dus maar drie vensters over,
waarvan "Mode" en "Placement" de belangrijkste
zijn.
Het menu "Mode"
Het menu "Mode" bevat acht verschillende knoppen die
de in onderstaande tabel genoemde functie hebben. Deze functies zijn
belangrijk om te onthouden aangezien er bijna bij elke handeling in
de Route Editor gebruik van gemaakt wordt.
|
|
In MTS zijn er ongeveer 160 verschillende stukken rails
beschikbaar. En als deze niet aan uw wens voldoen is er nog altijd een
flexibel stuk rails (Dynamic track piece). Alhoewel de tumbnails (kleinen
afbeeldingen) van de rails niet erg duidelijk zijn bied de naamgeving van
de stukken rails wel weer een redelijk systeem. En dat is het volgende:
Afkorting (engels) |
Betekend |
A1 |
Enkelspoor |
A2 |
Tweesporig, parallel |
A3 |
Driesporig, parallel |
A4 |
Viersporig, parallel |
Strt |
Rechtspoor |
Tun |
Tunnel |
Wtr |
Opvangbak voor water |
Buf |
Stootblok |
txxxm (bv. t10m) |
Lengte (bv. 10 meter) |
txxxr (bv. t2000r) |
Gebogen stuk rails met de straal xxx (bv.
2000) |
xxd (bv. 10d) |
Aantal graden van de boog (bv. 10) |
|
|
Als u in de lijst van beschikbaar materiaal heeft gekeken
van uw nieuwe route zal u zien dat hier weinig te vinden is.
Dit klopt, maar daar kunnen we iets aan doen.
Download
de EJK Route Basis tool van onze Tools
voor MTS en voer de setup uit.
Opmerking:
Tijdens het kopiëren worden de .ref en .dat van uw route
overschreven. Installeer deze tool dan ook alleen bij nieuw
aangemaakte routes. |
|
|
Rgt |
Rechts om/af |
Lft |
Links om/af |
Mnl |
Handwissel, moet je altijd zelf bedienen |
Y |
Y-wissel |
Pnt |
Wissel of behorend bij een wissel |
END |
Bogen de het afbuigende spoor van een
wissel weer parallel met het doorgaande spoor maken |
Yard |
Wissel met sterk afbuigend spoor |
Xover |
Kruising |
Rnd |
Ronde (gewelfde) tunnel. Staat er geen
Rnd in de naam dan is de tunnel rechtwandig |
Dus een stuk rail met de naam "A1t50mstrtRndTun.s" is een
enkelsporige ronde (gewelfde) tunnel met een 50 meter lang recht spoor en
"A3t2000r20d.s" is een driesporig stuk rails met de straal 2000
en een 20 graden boog.
Van het eerste stuk rails dat u legt kunt u de richting niet bepalen. Deze
wordt bepaald door de editor. Tijdens het leggen van rails kunt u
het geselecteerde stuk rail draaien door op de "T" te drukken.
Met de rotatie knop uit het menu "Mode" kunt u het geselecteerde
stuk rails laten stijgen of dalen. Trek u hier bij niets aan van dat u de
grond of lucht in gaat met de rail. Door tijdens het selecteren van het
stuk rail op de "Y" te drukken maakt u de grond onder de rail
glad en passend onder de rail.
Als u stations gaat plaatsen doet u het beste door eerst de hoofdsporen
door te trekken. Dan hier het station passen om plaatsen. En vervolgens
het hoofdspoor gedeeltelijk opbreken om de wisselstraten en overige
stationssporen aan te leggen. En zoals hierboven al gezegd is is er een
variabel stuk rails, het "Dynamic track piece" waar u de lengte
en/of boogstraal zelf van kunt instellen, voor de punten waar geen passend
stuk rails voor voorhanden is. In de meeste gevallen is het noodzakelijk
om tussen twee opeenvolgende wissels een normaal stuk spoor te plaatsen.
Let er bij het leggen van rails ook op er midden op het traject geen
blauwe lijnen voorkomen en dat de grijze lijnen boven de rails
ononderbroken zijn. Als dit niet het geval is ligt de rails niet juist en
zal de trein niet over die rails kunnen rijden. Als er geen grijze lijnen
boven de rails lopen wel even controleren of de optie "Track DB Lines"
in het menu "View" geactiveerd is.
U legt de rails juist aan
elkaar door op het einde van een stuk rail een via het menu "Placement"
geselecteerd stuk rail te plaatsen door met het kruis op het einde van het
reeds liggende stuk rail te klikken.
Interactiviteiten en aanverwante
|

fig. 6 Twee "Platforms" (groen) en een "Siding"
(geel). |
|
Op een route moet u wel wat meer kunnen doen dan domweg wat rond rijden.
Daarom kunt u een aantal interactiviteiten plaatsen in de route, zoals
tankplaatsen, koleninstallaties, waterkranen, stopplaatsen, dieren en
mensen op de rails, snelheidsbeperkingen en kilometerpaaltjes. Welke
interactieve objecten u gebruikt moet u zelf weten. Maar de zogenaamde
"Siding" en "Platform" moet u wel in uw route
plaatsen, omdat anders de Activity |
Editor en de simulator niet weten waar de stations en
goederensporen (lees: Sidings) zijn. Op elk stationsspoor in de route moet u een
"Platform" plaatsen, en op elk goederenspoor een "Siding".
Deze twee zijn te vinden in het menu "Placement" in de groep "Interactive
Object" of "Mainline Stations".
Nadat u een 'Platform" of "Siding" heeft geplaatst kunt u
bij de eigenschappen van het object instellen wat de naam van het station
is, hoeveel passagiers er staan te wachten en hoelang de trein op dat
station stopt.
Als u lange activiteiten op een niet geëlektrificeerde route maakt
moet u zorgen voor tankplaatsen, waterkranen en koleninstallaties, omdat
de tank van de treinen niet eindig vol blijft.
Signalering
Signalering is een essentieel onderdeel van een spoorlijn.
Zonder een goede signalering is het uitoefenen van een goede treinen loop
niet mogelijk. Daarom moeten er ook op de route seinen etc. worden
geplaatst. Standaard heeft u bij een nieuw aangemaakte route de
beschikking over een lichtsein en drie borden ten behoeve van de
snelheidsbeperkingen (alle Japans).
|

fig. 7 Een sein dat geplaatst wordt. |
|
Dit is niet voldoende om een goede signalering op te
zetten. Op onze pagina Downloads:
Tools voor MTS
kunt een een gemodificeerd bestand downloaden dat u de beschikking geeft
over alle seinen uit de zes verschillende basisroutes. De seinen zijn in
de groepen "Track Objects" en "Speed limits" van het
menu "Placement" terug te vinden. Het plaatsen van seinen dient
midden op de rails te gebeuren. Van daaruit sleept u vervolgens het sein
in de juiste positie. Let er bij het plaatsen op dat er een rode driehoek
bij het sein staat, anders is het geen functionerend sein. Bij sommige
seinen (voorseinen etc.) is het nodig om ze te koppelen aan een ander
sein.
Als u niet weet hoe en waar u de seinen moet plaatsen kunt u dit opzoeken
in aan dit onderwerp |
gewijde boeken, tijdschrift artikelen en
internetsites.
Het leggen van auto wegen
Nu de rails ligt kunt u beginnen met het aanleggen van de
autowegen. Het leggen van de autowegen gebeurt op vrijwel gelijke manier
als het leggen van rails. Ook bij het leggen van de autowegen moet u er
weer opletten dat de lijnen boven de weg doorlopend zijn en er geen verticale
blauwe lijnen in voorkomen.
|
Net als bij de rails zijn ook hier weer de "thumbnails" niet
echt duidelijk, maar zit er in de naamgeving weer een systeem. En dat is
het volgende:
Afkorting (engels) |
Betekend |
Road of RD |
Stuk weg |
xLane of xL (bv, 2Lane) |
Het aantal rijstroken (bv. twee
rijstroken |
Curve |
Bocht |
Straight of Strt |
Rechte weg |
xxxxm (bv. 100m) |
Lengte in meters (bv. 100 meter lang) |
xxxxr (bv. 1000r) |
Gebogen stuk weg met de straal (bv. 1000) |
xxd of xxdeg (bv. 20d) |
Aantal graden van de boog (bv. 20) |
T |
T-stuk |
Cross |
Kruispunt |
Dirt |
Onverharde cq verouderde weg (alle andere
stukken zijn verhard) |
US2, JP1 en JP2 |
Route waar het stuk oorspronkelijk voor
gemaakt is. |
|
|
Help! de "Track
Database" kan niet geladen worden.
Als u uw route wilt openen en de mededeling
krijgt dat de "Track Database" niet geladen kan worden,
zodat u de route niet meer kunt openen kunt u twee dingen doen:
1) Het bestand uwroutenaam.tdb uit de
directory van uw route verwijderen. En vervolgens de naam van het
bestand uwroutenaam~tdb.bk wijzigen in uwroutenaam.tdb.
of
2) In het open-venster van de route editor
op de knop "Advanced" klikken en "Rebuilt track
database" aanvinken. |
|

fig. 8 |
|
Om op de net aangelegde wegen auto's te laten rijden moet u per rijbaan
over de gehele weg een zogenaamde "Car Spawner" plaatsen (fig.
8), welke te vinden is en de categorie "Vehicles" van het menu
"Placement". De "Car Spawner" is een lijn waar de
simulatie tijdens de simulator auto's langs laat rijden, zoals deze in het
bestand carspawn.dat zijn ingevoerd.
Landschapsbewerking
Als de rails en wegen gelegd zijn kunt u het nu nog platte landschap
vormgeven. Dit vormgeven doet u met terreinhoogte-knop en de textuur-knop uit
het menu "Mode". Als u de terreinhoogte-knop heeft aangeklikt
veranderd het aanwijskruisje in een cirkel, waarmee u gebieden kunt selecteren.
Als u een gebied heeft geselecteerd kunt u de hoogte hiervan veranderen door op
de numerieke "8" |
(omhoog) of de numerieke "2" (omlaag) te
drukken om zo de hoogte van het terrein te veranderen. Een andere mogelijkheid
is om met de rechtermuisknop in het geselecteerde gebied te klikken en met de
optie "Set height" van het opkomende menu de terreinhoogte in te
voeren. Als u tijdens de selectie van een gebied op de "F"-toets drukt
zullen de scherpe hoeken vloeiender worden. De '-toets (op de tilde (~) toets)
maakt de laatste terreinwijziging ongedaan. Met de "W"-toets kunt u
het raster aan of uit zetten.
Als u het terrein aan het verhogen of verlagen bent zult u merken dat u op een
gegeven moment tegen een plafond of een vloer zal aanbotsen. Door in het menu
"Mode" op de textuur-knop te drukken, een vierkant te selecteren en vervolgens
in het geselecteerde vierkant met de rechtermuisknop te klikken en uit het
opkomende menu de optie "Set tile floor and scale" te kiezen, kunt u
het plafond of de vloer verhogen of verlagen.

fig. 9 Het bewerken van het
terrein.
Werken met texturen
Na het aanmaken van een nieuwe route zal u een grasgroene kaart
aantreffen in de Route Editor. Nu de route vordert wilt u ook dat de
rotsen grijs zijn, er weilanden zijn, akkers en andersoortige terreinen.
Dit kunt u doen door de textuur van het terrein te veranderen.
Standaard zijn er in een nieuwe route maar twee soorten texturen aanwezig.
Dit voldoet niet echt naar wens dus kunt in een van de gele kaders lezen
hoe u meer texturen kunt verkrijgen.
Voordat we verder gaan moet u er eerst voor zorgen dat de vensters "Texture"
(fig. 10) en "Texture Select" (fig. 11) in beeld zijn. Als dit
niet het geval is kunt u deze via het menu "Window" oproepen.
Met de "Texture Selector" kunt u verschillende terreinsoorten
(texturen) selecteren. Het venster "Select" beeld de momenteel
geselecteerde textuur af. In de "Texture Selector' kunt u via de
optie "Insert" uit het menu "Edit" meer texturen
selecteren, waarvan de eerste 9 genummerd zijn.
Als u nu op textuur-bewerkingsknop drukt in het menu "mode" dan
zal er een raster over de kaart worden getekend. Selecteer vervolgens een
vierkant van het raster door er in te klikken. Door nu op
de"Shift"-toets de drukken in combinatie met het cijfer 1-9 dan
zal de textuur van het geselecteerde vierkant worden gewijzigd in het met
het cijfer overeenkomende textuur in de "Texture Selector". Als
u meer dan 9 texturen heeft geselecteerd kunt u de nummering opschuiven
met de "Q"-toets. Op deze manier kunt u heel de route van andere
texturen voorzien.
Door met de rechtermuisknop in het geselecteerde vierkant te klikken
verschijnt er een menu met de mogelijkheid om de textuur in dat vierkant
de draaien of te spiegelen. De optie "Randomize" plaatst de
textuur in een willekeurige positie. Ook kunt u in dit menu de waterhoogte
instellen met de optie "Set tile water height". Met de optie
"Toggle water" kunt u het geselecteerde vierkant veranderen in
water. Bij het veranderen in water zal alleen op plaatsen waar de
waterhoogte hoger is dan de hoogte van de grond, water te zijn zijn.
|

fig. 10 |
|

fig.
11 |
Bebouwing
Nu de rails en wegen liggen en het landschap gevormd is is het
tijd om de gebouwen te plaatsen. Het plaatsen van de gebouwen gaat op
ongeveer dezelfde wijze als het leggen van rails en wegen. Eerst selecteert
u het te plaatsen gebouw in het menu "Placement" en vervolgens
plaatst u het gebouw ergens. Lees in een van de gele kaders hoe u de lijst
met beschikbare gebouwen kunt uitbreiden.
Op plaats waar u klikt komt het midden van het gebouw te staan. Als het
gebouw eenmaal geplaatst is kunt u deze nog verplaatsen, roteren of
verwijderen (tijdens selectie "Del" indrukken). Als u het gebouw
tijdens het roteren of verplaatsen in een verkeerde positie brengt kunt u
door op de "N"-toets te drukken het gebouw weer in de standaard positie
brengen. Met de "H"-toets zet u de gebouwen plat op de grond.
Als u tijdens het slepen van het gebouw de "H" ingedrukt houd
dan sleept u het gebouw over de grond.
Door op de "+/="-toets of "-/_"-toets te drukken kunt
u de route zien op verschillende tijden van de dag. Met de "+"
verplaatst u de zon vooruit, met de "-" achteruit.
Vegetatie
Aansluitend op het aanleggen van de bebouwing kunt u bomen,
planten en andersoortige vegetatie gaan plaatsen. Het plaatsen van de vegetatie
gaat op exact dezelfde wijze als het plaatsen van gebouwen. Ook de standaard
beschikbare vegetatie in een nieuw aangemaakte route is zeer beperkt.
In het kader "Meer gebouwen en texturen" kunt u lezen hoe
u meer materiaal tot u beschikking kan krijgen. Voor het aanleggen van
grote gebieden met bos moet u niet elke boom afzonderlijk plaatsen, maar
gebruik maken van de in het menu "Placement" in de groep
"Track Objects" staande vegetatie gebieden. In nieuwe routes
zult u ook hier weer weinig aantreffen. Op onze pagina Downloads:
Tools
voor MTS kunt u de tool "EJK Route Basis" downloaden om de beschikking te krijgen over
o.a. al de beschikbare
soorten gebieden.
|
Omgevings
geluiden
Er is bijna geen plaats op de wereld waar je niets kunt horen.
De route is dus niet af zonder geluiden. U kunt door het plaatsen van de
zogenaamde "Sound Sources" uit het menu "Placement"
de route levendiger maken. Zo kunt u het geluid van de machines van de
fabrieken, geluiden van reizigers op de stations, het luiden van de
kerkklokken, het verkeer in de stad en tjilpen van de vogels horen.
In een nieuw aangemaakte |
|

fig. 12 Een "Sound Source" bij een station
voor de omgevings geluiden. |
route zijn standaard geen "Sound Sources"
beschikbaar, maar met de in het kader "Meer gebouwen etc." ingreep kunt u deze wel gebruiken. De geplaatste
"Sound Sources" worden in de Route Editor door gele palen met
luidspreker symbool gekenmerkt.
Nu de route af is kunt u met de Activity
Editor activiteiten maken die op de route te rijden zijn. |
Terug
naar het editors overzicht.
|